Wet DBA

8 varianten voor de vervanging van de Wet DBA

Er zijn grofweg 8 manieren waarop minister Karien van Gennip de Wet DBA kan vervangen. Hierbij de varianten en hun mogelijke impact op een rij.

Na zeven jaar is het nu echt tijd om de knoop door te hakken. Zelfstandigen en hun opdrachtgevers zitten al jaren met smart te wachten op duidelijkere regels, die zijn nodig om te bepalen wanneer een opdrachtgever nu wel of niet een zelfstandige kan inhuren. Daarmee kan het kabinet twee van zijn doelen halen: echte ondernemers meer ruimte geven en het aantal schijnzelfstandigen terugdringen.

Duidelijk, begrijpelijk en hanteerbaar
De regels moeten bovendien begrijpelijk zijn voor het publiek en hanteerbaar voor de Belastingdienst, schreef de Algemene Rekenkamer onlangs. Het college sloot zich aan bij een grote groep experts, onderzoekers, maatschappelijke organisaties, politieke partijen en rechters die tot dezelfde slotsom kwamen: er moet iets gebeuren.

Het is aan minister Karien van Gennip (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) om antwoord te geven op hun oproep. Eind van deze maand zal de minister in een brief aan de Tweede Kamer duidelijk maken welke richting ze op wil met dit zich voortslepende dossier.

Geschiedenis: 7 jaar Wet DBA
Het begon in 2016, toen de Verklaring Arbeidsrelatie (VAR) werd afgeschaft via de Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelatie (Wet DBA). Dit had een kleine aanpassing moeten zijn, maar het leidde tot een hoop onrust en onbegrip. Opdrachtgevers durfden geen zzp’ers meer in te huren.

Daarom besloten verantwoordelijk bewindspersonen Eric Wiebes (staatssecretaris van Financiën) en Lodewijk Asscher (minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid) de handhaving ‘voorlopig’ op te schorten. Het alternatief was een taak voor hun opvolgers minister Wouter Koolmees (minister van SZW) en staatssecretarissen Keijzer, Snel en later Hans Vijlbrief. We weten inmiddels dat het ze niet gelukt is een oplossing te vinden.

Kwalificatie-vraag
Het kernprobleem heet in vakjargon ‘de kwalificatie-vraag’. Wanneer moet iemand die door een bedrijf ingehuurd wordt, gezien worden als werknemer? Hoe beoordeel je of zijn werkverschaffer een opdrachtgever is of een werkgever?

Wat kan Van Gennip doen?
Het is nu aan minister Van Gennip om het vraagstuk op te lossen. In haar kamerbrief zal ze ongetwijfeld aankondigen dat de handhaving van de Wet DBA opgevoerd zal worden. Maar hoe gaat er ook meer duidelijkheid komen voor wie zelfstandigen wil inhuren, of ingehuurd wil worden door opdrachtgevers? Hoe brengt ze daarbij de twee doelstellingen – ‘ruimte voor echte ondernemers’ en ‘terugdringen schijnzelfstandigen’ – bij elkaar? En houdt ze daarbij vast aan het huidige arbeidsrechtelijke mantra dat iemand ‘werknemer is, tenzij…’

Acht varianten
De afgelopen zeven jaar zijn talloze suggesties gedaan door belangenorganisaties, juristen en commissies. Er zijn ook allerlei voorbeelden uit het buitenland, want de opkomst van de zelfstandige is tenslotte geen specifiek Nederlands fenomeen.

Voor een gedegen besluit is overzicht van die ideeën en gevolgen onmisbaar. Daarom hebben we de meest genoemde oplossingsrichtingen op een rij gezet.

  1. Werknemer, tenzij je aan de huidige wet voldoet. De variant status quo: geen nieuwe regels, wel handhaven.
  2. Werknemer, tenzij je niet ‘ingebed bent’ in de organisatie. Het advies van de Commissie Regulering van Werk onder leiding van Hans Borstlap.
  3. Werknemer, tenzij je door de Amerikaanse ABC-test komt. De regels die de Amerikaanse staat Californië wilde invoeren: geen gezag, geen kernactiviteit, geen werk wat anderen in loondienst doen.
  4. Werknemer, tenzij je door de (fiscale) Boot-test komt. Voorstel van de Commissie  Boot. Zzp’er als twee van de drie criteria in orde zijn: geen kernactiviteit, korte opdracht, hoog tarief.
  5. Werknemer, als je voldoet aan de EU-richtlijn voor platformwerk. Laat de Europese richtlijn voor de kluseconomie ook gelden voor alle andere sectoren.
  6. Werknemer, tenzij je voldoet aan de Belgische criteria. Mix van wettelijk vastgelegde criteria rond de inhuur van zelfstandigen, plus strengere regels voor zzp’ers in bepaalde sectoren.
  7. Werknemer, tenzij je meer dan 30-35 euro verdient. Het voorstel van de SER. Bij uurtarieven van minder dan 30 á 35 euro geldt een rechtsvermoeden van werknemerschap.
  8. Werknemer, tenzij je aanspraak kan maken op de aparte rechtspositie als zzp’er, vastgelegd in het Burgerlijk WetboekEen aparte rechtspositie voor zzp’ers, zodat ieder zijn rechten en plichten kent.

Bewuste keuzes maken
Bij elke optie hebben we kort aangegeven waar de ideeën vandaan komen, of ze meer ideologisch (variant 2,3 en 8)  of pragmatisch (4, 5, 6, en 7) zijn ingegeven. Variant 8 (en deels 6) geeft veel ruimte voor de vrijheid om zelf een contractvorm te kiezen, terwijl varianten 1 en 2 die veel minder geven. Daarbij zijn varianten 2, 3 en 8 regelingen die voor iedereen gelijk zijn terwijl varianten 4, 5, 6 en 7 meer uitgaan van het onderscheid tussen kwetsbare groepen en zelfredzame zelfstandigen.

Dit soort inzichten, aangevuld met de juiste feiten over de zzp-markt, zijn wat ons betreft cruciaal om een goed debat te kunnen voeren over de te maken keuzes. Een fundamenteel en constructief debat waar we al jaren op zitten te wachten.

Bron: Zipconomy

More from our blog: